Leren

Leertips:

- Gebruik een planner. Dit is handig om overzichtelijk te werken, en je kan duidelijk zien wat je nog moet doen en wat niet. Klik hier om naar de downloadpagina van onze eigen planner te gaan. Als je het handig vind, kun je ook met tijden inplannen, zodat je je echt aan een strikt schema houdt. Je kunt ook gewoon in de planning dingen invullen die nog gedaan moeten worden en dan markeren of afstrepen als het klaar is. 

Vaak is het zo dat als je klaar bent en je mag iets afstrepen van je planning/lijst dat je je dan wat blij voelt, omdat je weer wat minder werk over hebt. Het kan ook fijn zijn als je ziet dat je keurig op schema loopt.

- Herhaal. Op het plaatje hieronder zie je de vergeetcurve. De rode lijn is wat je onthoudt na de eerste keer dat je leert. De groene lijnen zijn de 2e, 3e en 4e keer. Je ziet hoe vaker je het herhaalt, des te meer je onthoudt. Voor iedereen is dit anders. Er zijn mensen die na 1x leren alles helemaal kennen en ook heel lang onthouden, maar dat zijn er niet veel. De meeste mensen moeten toch 2-4 keer of meer leren om de stof goed te onthouden. Het is wel zo dat de lijn op een gegeven moment horizontaal gaat lopen, dus niet blijft dalen zoals aan het einde van de lijnen op het plaatje. Het is dus handig een aantal dagen van tevoren te beginnen met leren en het niet uit te stellen tot de laatste dag voor het proefwerk. 

 

Als je na 4 dagen de stof niet herhaalt hebt ben je al 95% van de stof kwijt.

- Gespreid leren. 3x twintig minuten leren is beter dan zestig minuten aan een stuk leren. Je kunt dan even kleine pauzes houden en krijgen je hersenen tijd om informatie op te slaan. Ook is het handig dat je niet meer dan 45-50 minuten aan een stuk leert. Houd daarna ± 10 minuten pauze en ga dan pas verder.

Ook kun je als je woordjes leert de woorden in groepjes verdelen, bijvoorbeeld van 5. 

- Maak samenvattingen, woordwebben en mindmaps. Hiermee houd je overzicht, en kunnen je hersenen het beter opslaan. Het kan zelfs leuk zijn om bijvoorbeeld een mindmap te maken, want daarbij kun je vanalles toevoegen. Ook als je van de stof die je moet leren een beeld probeert te vormen of plaatjes er van opzoekt op internet sla je het beter op. 

- Huiswerk maken. Als je je huiswerk maakt, maak je kennis met de stof en sla je er al gedeeltes van op. Je hoeft dan tijdens het echte leren al minder te doen omdat je al dingen weet. Ook is het handig om opdrachten te maken omdat je dan de toepassing van bepaalde dingen leert (vooral bij exacte vakken). Als je een opdracht maakt en het blijkt dat je het fout hebt, leer je ook! Je weet dan bijvoorbeeld waar je nog op moet letten bij het leren. Ook kun je later zo'n opdracht nog een keer maken om te kijken of je het dan wel snapt.

- Hardop. Voor sommige mensen lukt het leren beter als ze de stof horen. Je kan de stof hardop lezen, of iemand vragen om het voor te lezen. Ook kun je als je bijvoorbeeld woordjes leert met je hand, iedere keer het woordje oplezen, en dan de betekenis noemen. Als je het dan niet weet en je kijkt naar het antwoord lees dat dan ook voor. Als je met Wrts leert zet dan de functie van 'Woorden automatisch voorlezen' aan.

- Leren met kaartjes. Deze manier kost wat papier en tijd. Je kunt hiermee bijvoorbeeld begrippen of woordjes leren. Je schrijft op de voorkant van de kaartjes het begrip, en op de achterkant de definitie. Leer de kaartjes. Als je denkt dat je ze wel wat kent laat je overhoren, of overhoor jezelf. De kaartjes die je dan goed hebt leg je weg en de foute verzamel je. Leer de foute weer. Overhoor je weer. Leer. Overhoor. Ga door tot de kaartjes op zijn. Je hebt de stof dan uit je hoofd geleerd.

Je hoeft niet per sé kaartjes te gebruiken. in Wrts kun je de woordjes en begrippen invoeren, en als je jezelf dan gaat overhoren kies je bij 'Hoe wil je oefenen' voor 'Goed -> vragen tot je alles goed hebt'. Bij begrippen met lange definities is het handig om bij 'Moeilijk' 'In gedachten' te kiezen, dan hoef je niet iedere keer lange zinnen in te tikken, en als je een klein foutje maakt de zin nog een keer te doen. Voor woordjes die je letterlijk moet leren is het handiger om 'Toets' te kiezen.

- Zorg dat je in een goede omgeving zit. Het is soms/vaak erg moeilijk om niet afgeleid te worden. Het best is om op een goede stoel aan een bureau op goede hoogte te zitten. Het bureaublad moet niet te vol zijn, want de spullen die er op staan en binnen handbereik zijn kunnen je erg afleiden. Als je de hele tijd zit te spelen met bijvoorbeeld een pen gaat je aandacht steeds van het leren naar de pen, en blijft er nog steeds niets van de leerstof hangen. 

En dan misschien nog wel het moeilijkste: apparaten. Laat apparaten uit of op stil staan, en het liefst ook nog buiten handbereik. Leg desnoods je mobieltje of iPod neer bij je ouders. Als je veel met vrienden chat kun je continu berichten binnen krijgen, en deze leiden je af. Je moet ervoor zorgen dat het niet gebeurt.

Als je een opdracht op de computer gaat maken, zorg dan dat niet allerlei social media openstaat die je weer kan afleiden. Het kan zijn dat je ernaar verlangt om op je telefoon of computer te kijken, maar weerhoud je daarvan. Je moet streng voor jezelf zijn. Je kan nu denken van: 'Dat kan ik toch niet, dus doe ik het niet.' Maar probeer het toch te doen, en laat je helpen. Je kunt je ouders om hulp vragen, misschien vrienden, en ook een huiswerkinstituut. 

- Ruimte. Als je bureau te vol is, en je boeken er niet goed op passen kun je je daar aan ergeren. Ook is het onhandig als je schrift er net niet helemaal bij past en de laatste 5cm over het randje hangt. Je moet ervoor zorgen dat je goed schrijfmateriaal hebt en genoeg schrijfruimte, dus niet als je iedere keer aan het eind van de regel je elleboog stoot aan de pennenbak. 

- Beloning. Spreek met jezelf of je ouders af dat je een beloning krijgt als je klaar bent met je huiswerk of leren. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat als je klaar bent op je mobieltje mag, of mag computeren, of als je goed studeert een kadobon. Je kan er naar verlangen terwijl je aan het leren bent, maar dan moet je denken 'Als ik goed werk, haal ik een goed punt en maak ik mijzelf en mijn ouders blij. Als ik goed werk en ik doe het efficiënt, dan ben ik snel klaar en kan ik weer computeren.'

- Voorbereiding. Het is ook handig om alle spullen die je nodig hebt voor je huiswerk en het leren bij je te hebben, op je bureau. Maar ook als het koud is van tevoren je verwarming aan te zetten is handig. En misschien als je last hebt van je keel een glaasje water bij de hand. Als je dingen mist terwijl je bezig bent, ga je daar de hele tijd aan denken en sta je weer op om het te pakken of te doen en ben je weer afgeleid. Ook handig: een notitieblokje met een pen neerleggen. Hierop kun je dan uiteindelijk nog opschrijven als er iets gedaan moet worden, of je kunt er uitwerkingen op maken. 

- Goed slapen. Als je een toets hebt zorg er dan voor dat je niet tot 21.00u gaat leren, want dan functioneren je hersenen al een hele dag en hebben ze niet meer zoveel zin om informatie op te slaan. Zorg er sowieso voor dat je goed slaapt en niet te laat naar bed toe gaat. Het is ook slecht voor je slaap om net voordat je gaat slapen nog op je mobiel te spelen of met je mobiel naast je bed te slapen.

- Overhoren. Maak een oefentoets, of laat een vriend of ouder een oefentoets maken of vragen stellen. Zo kun je nog nachecken of je het kent en welke dingen je niet kent.

- 'Roman room'. Bij deze leermanier gebruik je een plek die voor jou erg bekend is, bijvoorbeeld je kamer. Je koppelt dan dingen in je kamer aan dingen die je moet leren. Je kunt ook zelf een kamer bedenken, die inrichten en daar dingen aan koppelen. Zo kun je een 'Geheugenpaleis' maken, die je zal herinneren aan dingen die je wilt leren. Je kunt deze manier ook gebruiken voor bijvoorbeeld een presentatie. Er zijn mensen die op deze manier heel snel dingen kunnen inprenten en dan ook veel onthouden, bijvoorbeeld de volgorde van een kaartspel. Dit is heel interessant en onder de termen 'Roman room' en 'Geheugenpaleis' kun je heel veel informatie vinden op het internet.